top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverEllen

HULP

Na twee blogs over frequent toiletbezoek en geen verbetering, was het tijd voor een bezoek aan Good Practice, de dokterspraktijk waar alle expats hier zich melden als niet alles gaat zoals je hoopt. Deze praktijk is van dr. Steven, een Nederlandse arts, en zijn collega’s in Nederland zouden spontaan een dansje op de behandeltafel doen als ze zo’n centrum hadden. Niet qua uiterlijk, want het is een redelijk smoezelig gebouw (zoals er velen zijn in Indonesië en waar we in Nederland eerst een flinke verbouwing voor zouden inplannen), maar wel betreft faciliteiten en hoeveelheid medewerkers: In het pand zijn een eigen apotheek en laboratorium en zoveel medewerkers dat voor bijna alle onderzoeken geldt: Klaar terwijl u wacht.

Iets wat ik me in Nederland in de verste verte niet kan voorstellen. Ik voel me altijd intens schuldig dat ik het in mijn hoofd haal om een fractie van de tijd van een drukbezette medicus in beslag te nemen met mijn klein leed. Sowieso mag je bij onze huisarts maar één onderwerp per keer ter sprake brengen en voelt het toch altijd een beetje alsof men zo min mogelijk werk aan je wil hebben (en met alle werkdruk in de zorg snap ik dat ook nog). Hier werd ik verwelkomd als een gast en was er werkelijk alle tijd voor me. Ik werd meegenomen door dr. Emili, een ontzettend lieve vrouw, die oprecht geïnteresseerd was in hoe het met me ging en samen met mij in alle rust op zoek wilde naar de oorzaak van alle ellende. Ik kom op zich liever niet bij een dokter, maar dit was wel echt een verademing hoor! Ze stelde zelfs voor om de weegschaal af te dekken, toen ik had verteld dat de weegschaal en ik elkaar eigenlijk al best lang geleden uit het oog zijn verloren. Dat was niet nodig, maar ik vond het wel een superschattige suggestie!

Na het eerste gesprek werd er bloed geprikt en mocht ik richting het toilet, om samples te genereren voor het lab. Ik vertelde al dat het gebouw op zich niet in fantastische staat is en dat geldt ook voor het toilet. Ik stapte een volgebouwd badkamertje in waar je de bips nauwelijks kon keren en waar ik lichte twijfels had over de hygiëne, maar zoals zo vaak in dit land dacht ik: ‘Kom op schat, het is niet anders, je doet het er maar mee’.

En zo hing ik even later half ondersteboven te hengelen naar m’n eigen uitwerpselen, in de hoop dat die onderweg niet besmet zouden raken met allerlei gekkigheid van buitenaf. Ik kan me leukere dingen voorstellen op een gewone maandagmiddag…


Na een kwartiertje in de wachtkamer, kon ik terug naar dr. Emili voor de eerste uitslagen. In het kader van een goede voorbereiding had ik van te voren dr. Google al geconsulteerd en daardoor was ik ervan overtuigd dat mijn darmstelsel een parasiet huisvestte. Niet heel leuk, zo’n ongenode gast die mijn voedingsstoffen ript, maar wel een kwestie van pilletje en klaar. Ik was dan ook best verbaasd dat dr. Emili me vertelde dat ik volgens al mijn lichaamssappen zo gezond was als een vis. Geen enkele aanwijzing voor een virus, bacteriële infectie, parasiet o.i.d.

Daarna kwam de paniek, want als je je zo beroerd voelt en er is niks aan de hand, wat dan? En dr. Emili, de schat! verontschuldigde zich omdat er niets uit het onderzoek kwam, omdat ze begreep dat het best beangstigend is als je je zo ziek voelt zonder oorzaak. Uiteindelijk kreeg ik een pro-biotica kuur mee en de boodschap dat we moesten wachten op andere uitslagen die wat langer zouden duren.

Inmiddels blijkt dat ik toch een flinke blaasontsteking heb en worden er allerlei samples van me opgekweekt. De pro-biotica lijkt al wat te helpen, ik voel me al wat beter, en daarnaast slik ik nu ook een antibiotica die op de een of andere mysterieuze wijze elkaar niet in de weg schijnen te zitten. Hopelijk snel verdere vooruitgang!


Omdat ik me dus iets beter voelde en omdat ik thuis zo’n beetje tegen de muren opvloog van al het gepieker, besloot ik woensdag toch mee te gaan met een activiteit van Werkgroep ’72. En niet zomaar een activiteit eigenlijk, maar één waar ik al maanden naar had uitgekeken. Een hele lieve en leuke familie uit Nederland, die de Werkgroep een bijzonder warm hart toedraagt, kwam naar Jakarta om twee van onze goede doelen met eigen ogen te bekijken. Omdat ik steeds de contactpersoon was geweest van deze familie, wilde ik daar natuurlijk heel graag bij zijn. Ik ben dan ook echt heel erg dankbaar dat het me gelukt is om erbij te zijn, al heb ik ontelbare peentjes gezweet van pure zwakte.

We begonnen de dag bij het weeshuis van Pa van der Steur, waar we hadden afgesproken elkaar om 10.00 uur te ontmoeten. Ik had nog aan Jan gevraagd of ik de familie moest vertellen dat hier in Indonesië nooit iets gaat zoals je het plant, maar hij dacht dat ze daar vanzelf wel achter zouden komen. En dat klopte. Hun chauffeur tikte een verkeerd adres in in zijn navigatie en bracht hen naar een totaal andere plek… Welkom in Jakarta!

Terwijl Carin, Jitty en ik onder het genot van een kopje koffie en vers gebakken pisang goreng wachtten tot de chauffeur de juiste plek wèl had gevonden, spraken we met Melissa, de manager, die ons vertelde dat er een nieuw kind was gekomen in de groep. Een jongetje van zeven jaar, die op zijn vorige school verschrikkelijk gepest werd omdat hij christen is. Omdat zijn moeder niet de middelen heeft om hem naar een andere school te laten gaan en dit kind er aan onderdoor dreigde te gaan, heeft zijn moeder gevraagd of hij bij Pa van der Steur mag komen wonen. Het gaat nu heel goed met hem en hij blijkt ook nog eens een enorm talent te zijn op de piano. Een mooi en een droevig verhaal tegelijk.

Om kwart over 11 arriveerde de familie. Helaas voor hen geen koffie met gebakken banaan meer, want Melissa nam ons allemaal direct mee op een rondleiding over het terrein. Ik had het dit alles al vaker gezien, maar toch ben ik iedere keer weer geraakt door de liefdevolle zorg van de leiding, maar ook door hoe weinig deze kinderen hebben. Tegelijk realiseer je je dan ook dat het zoveel meer is dan wanneer ze bij hun familie of op straat waren gebleven.


Na een heerlijke lunch van soto ajam, kippensoep (en een heleboel gezelligheid en uitwisseling van indrukken over dit bijzondere land), reden we verder naar DARE. Hier ontmoetten we Pak Coki, die met zijn team protheses en ortheses maakt voor mensen met fysiek beperkingen. Deze dienst zit in Indonesië niet in het verzekeringspakket en is dus alleen beschikbaar voor mensen met geld. Het mooie is dat Pak Coki een deel van zijn winst afroomt en dit gebruikt om voor arme mensen gratis hulpmiddelen te maken. Daarnaast werft hij fondsen om zo nog meer armen te kunnen helpen. De Werkgroep draagt daaraan bij door ieder jaar de volledige zorg voor een aantal kinderen te financieren.

We kregen een rondleiding en uitleg van de gepassioneerde Pak Coki. Het pand is niet groot en daarom moesten we op een gegeven moment letterlijk over kinderen heenstappen waar een prothese werd aangemeten. Iets wat je je in Nederland niet kan voorstellen, maar privacy bestaat hier wat dat betreft echt niet. De beelden raakten ons allemaal. Gelukkig werd de stemming luchtig gehouden door een schattige kleuter (zie foto), die aan het oefenen was met zijn voetortheses (wat al heel goed lukte). Hij kreeg spontaan de slappe lach toen hij al die gekke witte mensen zag. En dat houdt ons dan ook weer met beide voetjes op de vloer: Leuk dat je wilt helpen, maar je blijft gewoon een rare snijboon!







85 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comentarios


bottom of page