top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverEllen

BINGO

Inmiddels ben ik zo lang in Nederland dat ik het stof van m’n Indonesische visum af zal moeten blazen als ik terug ga. Soms denk ik dat ik de maanden daar gewoon gedroomd heb.

Maar toen ik Jan vorige week zaterdag had afgeleverd op Schiphol, drong het besef door dat ik over een paar weken ook weer terug ga. Jippie!

Toen de slagboom van de parkeergarage een paar minuten later mijn parkeerkaart weigerde, was de vrolijkheid gauw over trouwens, en kwamen na weken van nogal uiteenlopende emoties eindelijk de tranen. Niet heel lekker getimed, dat geef ik toe (ik probeerde achteruit weg te rijden bij de slagboom, botste tegen drempels, stond op een gegeven moment dwars voor de boom - ja, dat kan dus met een Fiat 500 - en ondertussen huilde ik letterlijk tranen met tuiten. Laten we het erop houden dat ik nogal wat bekijks trok). Maar het zat er een keer aan te komen na die povere drie tranen die ik had gelaten rond het overlijden van mijn moeder (oké, het waren drie huilbuien, maar dat is voor emo-kikker als ik, met een sproeikop op m'n traanbuis, is dat echt een druppel op een gloeiende plaat).


Op 14 mei, overleed mijn zorgzame moeder, na een leven in dienst van anderen. In een paar jaar tijd sloopte een progressieve vorm van dementie haar geest en lichaam. De afgelopen maanden lag ze voornamelijk in bed en kon ze eigenlijk niets meer zelf, maar de zorgzaamheid zat zo diep in haar vezels, dat ze zelfs van haar sluimertoestand in bed zei, als je binnenkwam: ‘Ik kom er zo uit hoor en dan ga ik koffie voor je zetten!’. Of: ‘Wil je mee eten? Ik heb genoeg in huis!’.

Mama zat met thee op ons zat te wachten als we uit school kwamen. Ze kon urenlang voor ons voorlezen, nam ons achterop fiets mee naar het strand of het bos, ze hield ons huis brandschoon, leerde ons hoe we ons behoorden te gedragen en kookte fantastisch. Kortom, ze was een echte moeder-moeder.

En wat heeft ze haar best gedaan om van mij ook zo’n zelfde exemplaar te maken… Maar het zat er echt niet in. Al het wastafels schrobben en gehaktballen draaien ten spijt: ik ontpopte me voornamelijk tot loeder-moeder (het goede nieuws: dat scheelt maar één letter en volgens mijn kinderen valt de schade mee).

Mama las ons ook voor uit de (kinder)bijbel en overhoorde later onze catechismusvraag (die ik nooit kon onthouden, maar omdat ik langer was dan zij, kon ik over haar schouder in het psalmboek spieken, waar ik jarenlang mee ben weggekomen… ). Maar misschien wel het belangrijkste: Ze leerde ons naastenliefde en luisteren naar de ander. ‘Wees maar de minste!’ zei ze vaak. En daar heb ik wat mee geworsteld, toen ik moest leren om grenzen aan te geven en voor mezelf op te komen. Nu denk ik vooral: Waren er maar wat meer mensen zoals mama in onze samenleving, wat zou het maatschappelijke debat daar een eind van opknappen!

Met het ouder worden namen de verschillen tussen ons toe en daarmee de emotionele afstand. Dat viel weg toen mama begon te dementeren. Het laatste jaar herkende ze me meer niet dan wel, maar we hadden geweldige momenten samen.

Een mooie herinnering is de dag dat we vertelden dat we naar Indonesië wilden gaan. ‘Kind wat een eind weg!’, zei ze, vanuit haar verwarde wereld, ‘Daar spreken ze Frans! Kan je dat wel?’. Ik moest ontkennend antwoorden en diepte uit de krochten van mijn brein zo’n beetje de enige Franse zin op die ik ken. ‘Ik kan alleen je t’ aime zeggen mam, dat betekend: Ik hou van jou.’ Ze begon van oor tot oor te stralen en zei: ‘Wat leuk dat je dat tegen me zegt!’ Een gouden moment om voor altijd te koesteren.


Maar ook al is mama niet meer hier, ze heeft haar sporen nagelaten. De dochter die altijd om het hardst heeft geroepen dat ze niet zoals haar moeder wilde worden, ziet steeds meer van haar moeder terug in zichzelf. Als ik woorden verhaspel (broodmes wordt dan moodbres) of een beetje een domme opmerking maak (gewoon even niet zo heel erg m’n best gedaan met nadenken), als ik echt niks snap van de functie van een apparaat (of gewoon geen zin heb om me erin te verdiepen). Als ik kijk naar mijn tenen (die op dezelfde manier beginnen te vergroeien) of mezelf hoor koeren hoe gezellig het toch wel niet is met m’n hele gezin om de tafel (‘Wat heerlijk om jullie allemaal om me heen te hebben!’). En inmiddels vind ik dat prima. Er zijn beroerdere mensen om op te lijken.

Dat laatste stukje, van dat koeren, heeft trouwens inmiddels een nieuw hoofdstuk in mijn eigen gezin. Als ik er weer één van m’n klassiekers uitgooi, bijvoorbeeld ‘Wat hou ik toch veel van jullie!’ dan roepen onze kinderen in koor: ‘Bingo!’. En ik wilde werkelijk dat ik vroeger zo creatief was geweest om het te bedenken, maar voor mijn verjaardag kreeg ik dus een Bingokaart met al mijn uitspraken erop. En stiekem is dat dus ook een ode voor mijn moeder, die deze trend heeft gezet.


Twee dagen nadat we mama hebben begraven in Bennekom, vierden Jan en ik ons 25 jarig huwelijk. In de kamer hing een slinger met felicitatiekaarten en eronder stond een bord met condoleancekaarten. Hoe dubbel wil je het hebben? We hebben ons feest afgezegd (hopen we nu volgend jaar te vieren), maar verder toch een mooie en bijzondere dag gehad. En aansluitend een bijzondere week, toen we met de kinderen naar Dubrovnik zijn geweest. Het was zo fijn om na zoveel emoties een weekje met elkaar te zijn in een prachtige stad en omringd daar adembenemend mooie natuur (zie foto). Dan rest toch vooral een gevoel van intense dankbaarheid alle zegeningen (en ja een variant hierop staat inderdaad op m’n bingokaart!).


Op 15 juli – als Schiphol bereikbaar is, de vlucht doorgaat en verder ook alles meezit – ga ik weer terug naar Indonesië, samen met Jan, die de week ervoor nog even terug is in Nederland. En natuurlijk ga ik dan weer verder met bloggen. Kan niet wachten!




132 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page