top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverEllen

CULTUUR

Zo langzamerhand beginnen we wel gewend te raken hier in Jakarta. Helaas is dat niet het geval bij mijn vriend de Kamer van Koophandel. Daar zijn ze behoorlijk overstuur door mijn gewijzigde situatie: U woont in Jakarta en het adres van uw bedrijf is in Barneveld, dat kan natuurlijk nooit. Als u niet snel reageert schrijven we u uit het register! We schrijven het jaar 2022…

Jan is doordeweeks best veel weg, maar ik verveel me nog geen tel, al is het soms wel heel stil in dit grote huis. Ik werk best veel, wat een puntje van aandacht is. De afgelopen jaren heb ik hard gezwoegd op het vermogen om mijn grenzen aan te geven, maar dat vind ik hier ineens weer heel erg lastig. Alsof ik die vaardigheid ergens onderweg verloren ben. Gelukkig blijft er nog genoeg tijd over, maar aan het zoeken van vrijwilligerswerk ben ik nog niet toegekomen. Volgende week maar eens mee aan de slag.

Wat ik verder nog doe? Ik heb eindelijk echt ruimte voor stille tijd, ik teken (ben begonnen aan een kaartenlijn), lees en ik zwem. Nooit gedacht dat ik zoveel plezier zou beleven aan drie kwartier per dag baantjes trekken van 10 slagen heen en 10 slagen terug. Waarschijnlijk schuilt er een klein goudvisje in me.


Mijn zwemsessies worden vaak muzikaal ondersteund door de muezzin vanuit een van de omliggende moskeeën (of vanuit meerdere tegelijk, wat me heel verwarrend lijkt als je ze kan verstaan). Zeker nu de ramadan is begonnen, gaat dat bijna de hele dag door. Thuis merken wij verder natuurlijk niet veel van de vastenmaand, maar Jan moest deze week een paar dagen naar Tasikmalaya, wat in het meest religieuze deel van Indonesië ligt. Uit voorzorg had hij een noodrantsoenen in zijn tas gedaan, maar de medewerkers daar regelden speciaal voor hem een lunch. Die at hij dan samen met één andere collega die geen moslim is, terwijl alle vastende collega’s daar omheen zaten. Kan het nog ongemakkelijker?

Jan kan dat soort dingen heel goed loslaten, maar ik wordt me er meer en meer van bewust hoe gemakkelijk je met Europese platvoeten door het culturele erfgoed van anderen banjert. Ik zou mezelf echt niet omschrijven als een cultuurbarbaar en google me suf bij alles wat ik ga doen, maar zie soms blikken waardoor ik besef: Ik doe iets fout, maar heb geen idee wat (dat zijn de momenten waarop die vriendelijke glimlach uit mijn vorige blog dan wel weer van pas komt).

Mijn dieptepunt op dit gebied was trouwens toen ik vanuit de auto op een vrijdag rond de middag allemaal mannen met kleedjes zag lopen en dacht dat ze een handdoek bij zich hadden en gingen zwemmen… Ja, daar schaamde ik me oprecht wel een beetje voor. Gelukkig heb ik het niet hardop gezegd, want die arme Afif zou van schrik tegen de eerste de beste boom zijn gereden.


Over Afif gesproken, gisteren waren we getuige van zo’n ander cultuurdingetje. We werden aangehouden door de politie omdat we in een straat reden waar we niet in mochten. Jakarta werkt namelijk met een systeem om het verkeer te reguleren (iets met even en oneven dagen en straten, het helpt volgens mij ook niet echt). Dus we moesten naar de kant, raampje open, gesprek tussen Afif en de agent in het Bahasa, waarop Afif in z’n spullen zocht naar iets. Ik dacht met mijn westers georiënteerde blik dat hij op zoek was naar zijn rij- en kentekenbewijs. Uiteraard. Maar met ogen als schoteltjes zag ik een pak geld van eigenaar wisselen. Waarna we door mochten rijden. Om helemaal zeker te zijn van wat ik net gezien had vroeg ik aan Afif of hij met dat geld de boete had betaald of dat het smeergeld was. Afif begon te lachen: ‘Dat geld is helemaal alleen voor de agent!’ Ik weet dat dingen in veel landen zo gaan, maar het voor je ogen zien gebeuren…Dat moest is even verwerken.


Maar goed, ik probeer dus voorzichtig te zijn in de culturele porseleinkast. Dus toen ik deze week pannenkoeken wilde bakken, maar de gasfles deed ‘t niet, appte ik eerst Jan om te vragen of ik het gasstel van het personeel kon gebruiken zonder één of andere wet te overtreden. Het antwoord kwam op z’n onvervalst Nederlands: Natuurlijk mag dat, wij hebben dat ding betaald!

Jan maakt zich niet zo druk en zegt altijd: ‘Gewoon beleefd blijven. Ik heb nog nooit ergens problemen gehad’. Maar diep in mijn hart geloof ik dat dat ook wel wat te maken heeft met de verhoudingen: hij steekt 2 koppen boven de gemiddelde Aziaat uit en brengt kennis mee waar ze hier veel aan hebben, dan kan je waarschijnlijk ook wel wat maken.


Naast de cultuurverschillen hebben we hier natuurlijk ook nog de taalbarrière. Wij mogen echt niet klagen met een huishoudster en chauffeur die heel goed Engels spreken, we horen van andere expats dat dat ook heel anders kan.

Maar met onze tuin- en klusjesman Noto is het een ander verhaal: Zijn kennis van het Engels beperkt zich tot de woorden ‘Excuse me, miss!’. Omdat mijn kennis van het Bahasa vergelijkbaar is met de een woordenschat van een kind van 1, zijn we aangewezen op een potje Hints 2.0. De resultaten van deze aanpak bieden geen garantie op succes, zo bleek deze week: Eén van de lampen bij het zwembad was stuk, dus ik deed de lampen aan, wees naar de kapotte lamp en maakte brede gebaren om aan te geven dat ik graag weer licht wilde. Noto pakte in reactie daarop een grote plant en zette die voor de lamp die het nog wel deed.

Mijn nonverbale skills verdienen wellicht nog wat aandacht.

Gelukkig waren Rachel en Noto er gisteren een keer tegelijkertijd en kon Rachel voor me tolken. De plant staat weer nu op z’n oude plek en aan de reparatie van de lamp wordt gewerkt. Belangrijker nog: We hebben met z’n drieën smakelijk gelachen om de spraakverwarring. Al heeft Noto wel minstens 10x ‘Excuse me, miss!’ geroepen.



114 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page