top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverEllen

HOOFD

Toen we op Lombok waren, zagen we groepen jongeren stram in de houding en met gebalde vuisten marcheren. Een beetje latent agressief, zeg maar. We vroegen aan onze chauffeur wat ze deden en hij vertelde dat ze aan het oefenen waren voor Onafhankelijkheidsdag op 17 augustus. Wat bij mij een onbehaaglijk gevoel opriep.

Ik voelde me ineens heel erg wit, heel erg Nederlander, en heel erg de overheerser die verjaagd was. Mijn fantasie sloeg op hol (het zal ook weer eens niet!): Als die jongeren tijdens het oefenen al zo agressief marcheren, wat gaan ze dan doen als het op Onafhankelijkheidsdag voor het ‘echie’ is? Stel dat iedereen dan ineens heel erg tegen Nederlanders is? Wat als er rellen komen (dat ik net een artikel had gelezen over de rellen in Jakarta in 1998 hielp niet echt)? Wat als ze ritueel Nederlanders willen offeren op die dag???

Mijn realistische ik begon er overheen te blèren: Doe even normaal, dat doen wij toch ook niet met de Duitsers op 5 mei? De mensen hier zijn ook gewoon geciviliseerd, die stoppen je echt niet ineens in een kookpot. Wat zegt het eigenlijk over jou als dat überhaupt in je hoofd opkomt?? En trouwens, Afif en Rachel hadden je allang gewaarschuwd als je gevaar zou lopen. Hoop je dan.

Samengevat: het was weer een gezellige bende in mijn hoofd.

Ik nam me voor om in ieder geval thuis te blijven op 17 augustus en dat hebben we ook gedaan. Behalve een verdwaalde vuurpijl merkten we helemaal niets van de feestelijkheden.

Vanmorgen vroeg ik aan Afif of hij een leuke dag had gehad, wat beslist het geval was geweest. Toen wilde ik natuurlijk weten wat hij gedaan had (ik ga hier tenslotte nog 2 keer 17 augustus meemaken). Het bleek voornamelijk het enthousiast supporten van kinderspelletjes, karaoke en balspelen te zijn geweest i.c.m. lekker eten en veel gezelligheid. Ik dacht een poosje aan muggen en olifanten en rare processen in mijn hoofd. Het is maar goed dat Afif geen gedachten kan lezen.


Tot nu toe was ik in Jakarta nog niet naar de kapper geweest. Niet dat dat niet nodig was, maar ik durfde eigenlijk niet zo goed. Stel dat (ja, daar gaan we weer, welkom terug in mijn hoofd!) ze me niet goed begrijpen en ik met paarse stekels de kapperszaak verlaat?

Maar inmiddels was de grijze asfaltweg aan weerszijde van mijn scheiding een flinke landingsbaan geworden en begon ik me een beetje te schamen. In april was dat ook zo, maar toen had ik een pakje verf gekocht en was ik zelf aan het smeren gegaan. Het resultaat viel een beetje tegen (en mijn allerleukste kapper in Nederland werd er ook een beetje verdrietig van), dus nu moest ik er toch maar aan geloven bij een echte kapper.

Ik liet me door Afif naar een Mall brengen, waar ik al twee kapperszaken had gespot die er zodanig fancy uitzagen dat ik er wel vertrouwen in had. Ik koos de zaak die ik niet wilde kiezen (geen idee waarom, ik was ineens binnen) en legde uit wat ik voor ogen had aan de enige persoon die Engels sprak. Ik mocht plaats nemen, kreeg een lekker drankje en daarna zijn er bijna 4 (!) uur lang ontelbaar veel mensen met mijn hoofd aan het werk geweest. Iedere haar is zo’n beetje apart gewassen, geknipt, geföhnd, geverfd (haartje voor haartje, met een kwast, alsof het een schildersdoek was!), gespoeld en weer geföhnd. Voor iedere activiteit werd er een andere persoon aangewezen. In de wachtperiodes kreeg ik rug, nek, arm en handmassages. Vooraf, halverwege en na afloop werd ik ook nog van alle kanten gefotografeerd. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat ik een soort proefproject was. Iedereen mocht even ervaring opdoen met dat gekke Europese mens en haar haar… Het resultaat was in ieder geval exact dat wat ik wilde. Nu alleen nog hopen dat mijn lieve Nederlandse kapper dat ook vindt!


Verder gaat het Indonesische leven hier eigenlijk wel een beetje zijn gang. Lekker bezig met werk allebei en met alle gewone dingen in Jakarta. Al zijn die ook niet altijd helemaal gewoon. Zo ging ik vanmorgen de boodschappen doen, alleen, want Jan zit een paar dagen op Centraal Java (nieuwe kuikentjes houden geen rekening met weekend, hè). Afif bracht me naar de supermarkt en omdat ik mijn eigen internetkastje vergeten was, nam ik die uit de auto mee om hem te kunnen bereiken als ik klaar was met shoppen. En wat denk je: Toen werkte dat hele kastje dus niet! Tien keer opnieuw aan en uitgezet en geprobeerd in te loggen, maar helaas, geen wifi voor mij. Het internet uit Nederland werkt hier ook niet, bellen lukt hier niet met mijn telefoon dus ik had een klein probleem. Klein, vond ik zelf, want er was vast wel iemand die mij wifi kon verschaffen in de winkel.

Heel even dreigde mijn brein een uitstapje te maken naar de Stel-dat-modus (Stel dat ik hier moet overnachten? Stel dat ik de hele dag buiten op het parkeerterrein zit te wachten tot Afif door heeft dat ik echt wel een keer uitgeshopt ben?), maar dat was van korte duur (nee, dat is helaas geen wijsheid die met de jaren komt, ik heb gewoon ook een rationele kant, wat reuzesaai, maar ook gek makkelijk is in best veel situaties). Ik vroeg wifi aan de security, werd doorverwezen naar de servicedesk en vertelde daar nogmaals mijn probleem. Nee helaas, ze hadden geen wifi (wàt? Het is 2022 mensen!), maar wel een telefoon waarmee ze Afif voor me konden bellen. Ook goed. Ik ben in ieder geval opgehaald en inmiddels weer thuis.

Techniek en ik, we zullen nooit vrienden worden, maar als het werkt is het fijn dat het er is!






116 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page