top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverEllen

NATUUR

Onze eerste Pasen in Indonesië, wat een bijzondere ervaring was dat!

We brachten het weekend door in de bergen ten noordoosten van Bandung. Via Booking.com hadden we een plekje gevonden midden in de natuur, dat ons erg mooi leek. Nou zijn die foto’s meestal zo genomen dat de werkelijkheid ietsiepietsie tegenvalt, maar dat was in dit geval beslist niet zo. We kwamen op donderdagmiddag (Goede Vrijdag is een officiële feestdag in Indonesië) aan bij een lodge op een berghelling: een houten huisje met twee zijden die volledig open konden, waardoor je zat, sliep en zelfs douchte met een adembenemend uitzicht op de beboste hellingen.

Zo vierden we het feest van opstanding en hoop dus middenin Gods prachtige schepping. Geen kerkklokken voor ons, maar wel ‘U zij de glorie!’ en Selahs ‘Opgestaan!’ middenin de wondermooie natuur. En een paasontbijt dat bestond uit nasi, banaansoep en tofu. Om nooit te vergeten!


Eerlijk is eerlijk: zo dicht bij de natuur leven heeft natuurlijk een keerzijde: beestjes. In Afrika huur je een lodge om de big five te bekijken, bij ons kwam de small five voorbij: Sprinkhanen (met een lijf ter grootte van een volwassen vinger), kikkers, salamanders, vleermuizen en reuzetorren. En dan was er ook nog de mini five: mieren (groot), mieren (klein), muggen, vliegen en wespen.

Ik besefte ineens hoe snel je aan dingen went: In januari piepte ik nog over salamanders op de muur (trouwe lezers herinneren zich dat vast nog wel) en nu had ik er nauwelijks last van. Sterker nog: toen we knus onder onze klamboe in bed lagen en het om ons heen fladderde, wriemelde, ritselde en trippelde, betrapte ik mezelf op de gedachte dat ik nog nooit op zo’n mooie plek geslapen had… Wie had dat ooit gedacht van dit Wassenaarse meisje dat 25 jaar geleden op een Barneveldse boerderij kwam wonen en volledig van streek was door de rondsluipende muizen…


Op Goede Vrijdag bezochten we de Rainbow Gardens ten noorden van Bandung. Misschien laat dit park zich nog wel het beste vergelijken met de Flevohof uit de jaren ’80 (voor de jongere mensen: dat was de brave voorganger van Walibi). Prachtige tuinen, een vijver waar je kan waterfietsen, een miniatuurlandwereld en speeltuin voor kinderen, een zwembad en een drijvende markt waar je allerlei lekkere hapjes kan kopen. En dat alles voor nog geen 2 euro per persoon. Kregen we er nog een gratis bakkie koffie bij ook.

Het was een leuke ervaring, maar de terugweg werd een stuk spectaculairder: Afif nam een alternatieve route omdat het erg druk was op de weg (en omdat hij inmiddels weet dat wij dat wel kunnen waarderen) en dat bleek een soort jeepsafari dwars door de jungle. Misschien heb je wel eens stukjes gezien van de De gevaarlijkste wegen van de wereld ? Ik kan je verzekeren dat die wegen bijzonder solide zijn als je ze vergelijkt met de modderige weggetjes die daar bij Bandung tegen de bergwanden zijn geplakt. Toen zelfs scooterrijders moesten afstappen kreeg ik het serieus benauwd. Maar de mannen in mijn gezelschap hadden vooral heel veel plezier èn alle vertrouwen in de paarden onder de motorkap. Terecht gelukkig, en zo kon ik genieten van de uitzichten, de zeeën van groen en de kleine dorpjes die we passeerden (ik zal de fotogalerij weer aanvullen!). Het voelde bijna onwerkelijk, alsof het een film was. Soms reden we zo dicht tussen huizen door dat je naar binnen kon kijken, andere wegen waren zo stijl dat ik bang was dat we achterover zouden vallen. We zagen apen, metershoge bamboe, eindeloos veel bananenbomen, snelstromende beekjes en schattige kindjes die speelden in de modder rond hun huis. Het is bijna niet voor te stellen dat dit echt hun wereld is. Wat een verschil met de manier waarop de kinderen in Nederland opgroeien!


Op zaterdag aan het eind van de middag bracht Afif ons naar een restaurant met een fabelachtig uitzicht over de stad, dat rond 18.00 uur veranderde in een zee van flonkerende lichtjes. Hiervoor moesten we wel een stuk door de stad rijden en dat was aan het eind van de zaterdagmiddag op z’n zachts gezegd een uitdaging. Stel je een gewone weg voor met 2 rijbanen en aan beide kanten marktkraampjes, waar zich honderden mensen rondom verdringen. In Nederland noemen we dat een braderie of een jaarmarkt en dan wordt de weg afgesloten voor het andere verkeer. Maar hier is het de gewone situatie en blijven auto’s en scooters zich onverstoorbaar door de menigte voetgangers persen. En iedereen gaat zonder op of om te kijken door met zijn bezigheden. We deden 2 uur over 27 kilometer, maar hebben Azië wel van heel dichtbij gezien.


Inmiddels zijn we weer terug in Jakarta en loopt het zweet weer over mijn rug. Iets waar je in het koelere Bandung geen last van hebt. Om heel eerlijk te zijn: Ik heb het zelfs koud gehad. In de bergen zakt de temperatuur ’s nachts net onder de 20 graden. Geen probleem, dachten wij, we zijn wel wat gewend in Nederland. Maar inmiddels zijn we (of in ieder geval ik, Jan had natuurlijk weer nergens last van) blijkbaar ook al behoorlijk gewend aan Indonesië: Om 21.00 uur kroop ik met ijskoude handen en voeten diep onder het dekbed en daar kwam ik de volgende ochtend pas onder vandaan als de zon de boel weer een beetje had opgewarmd. Dat gaat wat worden als we over 2 ½ week weer terug zijn in Nederland!





102 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page