top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverEllen

ONTDEKDAG

Herma en ik hebben afgesproken om iedere donderdag met de scooter iets nieuws te gaan verkennen in Jakarta: Donderdag is vanaf nu ontdekdag.

En dat is bevalt me prima. Ik kan niet goed uitleggen waarom ik er intens van geniet om door een overvolle en snikhete stad te rijden, waar je voornamelijk uitlaatgassen inademt en verkeerovertredingen begaat, maar ik vind het fantastisch.


Vorige week haalde Herma mij op en reden we naar een nieuwe Shopping Mall (waar ik het grootste deel van de tijd op het toilet zat: ook een avontuur, maar dan wel van een ontzettend onsmakelijke soort) en vanochtend reed ik naar Herma om daarna een geweldig restaurant in het centrum van Jakarta uit te gaan proberen.

Ik heb sinds twee weken navigatie op mijn scooter, dus ik ging vol zelfvertrouwen op pad. Voordat ik die navigatie had, moest ik de route uit mijn hoofd leren op basis van landmarks. Een ritje naar bijvoorbeeld de Urban Forest ging dan zo: linksaf voorbij de groenteboer, bij de bakker rechtdoor, rechtsaf bij de koffie en bij de gehaktballen links aanhouden (dat dit de landmarks zijn die ik kan onthouden is best veelzeggend trouwens. Een psycholoog zou ervan smullen!).

Maar zoals ik al eerder heb beschreven, dat ging niet altijd goed. Eigenlijk meestal niet. Navigatie was voor mij dus geen overbodige luxe. En zelfs met navigatie kom je in Jakarta nog regelmatig op de verkeerde plek uit, want er zijn in verschillende wijken dezelfde straatnamen of straten hebben ineens een andere nummering gekregen. Ik reed de compound waar Herma woont dan ook straal voorbij, maar omdat ik er al eerder was geweest, kwam ik toch soepel op de plaats van bestemming. En dan voel ik me toch altijd een klein beetje trots 😊.


Eenmaal aangekomen bij Herma en heb ineens een idee: Misschien is het leuk als jullie voor deze keer bij mij achterop de scooter gaan zitten, dan kunnen je Jakarta van heel dichtbij beleven.

Zit je lekker? Kom, dan gaan we!

We rijden om te beginnen Herma’s compound af. De bewakers zien ons al aankomen en doen breed glimlachend het hek open. Wij roepen met net zo’n brede glimlach: ‘Terimah kashi!’ en tuffen richting de doorgaande weg.

We moeten naar rechts en dat betekent hier dat we een rijbaan moeten oversteken (ja ja, we rijden links!). Schrik niet van de tientallen aanstormende scooters, die remmen wel. De auto’s ook trouwens. Iedereen houdt hier het verkeer vóór zich in de gaten, dus wat achter je gebeurt mag je laten voor wat het is.

Misschien ook slim om je goed vast te houden, want er zitten onwijs veel gaten in de wegen hier. Als ik die met 50 kilometer per uur niet kan ontwijken, dan word je gelanceerd. Jakarta van boven bekijken is best leuk, maar niet op die manier.


We laten ons meevoeren met de stroom scooters en auto’s op de redelijk brede straat. Langs de weg staan armoedige kleine kraampjes met allerlei eten en drinken en erachter zijn winkels en ook af en toe grote huizen met stevige hekken er omheen.

Vóór ons rijdt een scooter die is omgebouwd tot marktkraam, met een enorme stellage vol zakjes en pakjes achterop. Echt hard gaat het niet, dus we halen hem in. Net daar voorbij passeren we een handkar, die getrokken wordt door een oude man. Hij gaat die straks ergens langs de straat parkeren en saté bakken.

We naderen een stoplicht dat op rood staat, maar rijden zonder af te remmen door. Dat doet iedereen, dus stoppen zou onverantwoord zijn.

Bij het volgende rode stoplicht staat al het verkeer wèl stil. Ik heb de code van wanneer-wel-en-wanneer-niet-stoppen nog niet gekraakt, dus ik doe wat de rest doet. Wat beslist niet betekent dat we achteraan aansluiten, want in Jakarta doen ze niet aan lege plekken op de weg. Dus rijden we voorzichtig links van de stilstaande auto’s naar voren, om ons helemaal vooraan, net voor het stoplicht, tussen de honderden andere scooters te frommelen.


Voel je de zon branden boven ons hoofd nu de rijwind weg is? Het zweet loopt inmiddels al in stroompjes mijn bilnaad in en die van jou ongetwijfeld ook. Als we zo weer rijden gaat het beter, maar scooter rijden blijft hete bedoening. Heb je trouwens gezien dat veel mensen om ons heen gewoon hun jas aan hebben? Sommigen hebben zelfs handschoenen aan, omdat ze geen bruine handen willen krijgen. Ik krijg het echt al benauwd als ik er alleen naar kijk!

Over benauwd gesproken: ruik je de benzine- en dieseldampen? Ook dat is Jakarta helaas. Waarschijnlijk is dat ook de reden dat veel mensen nog een mondkapje dragen.

Nu we toch alle zintuigen langs gaan, pakken we het geluid om ons heen ook maar meteen mee: Je hoort het geluid van mijn scooter niet (die klinkt als een lieflijke naaimachine), doordat de meeste voertuigen om ons heen veel meer lawaai produceren. Verderop hoor je misschien de bel van een straatverkoper, maar hier hoor je alleen grommende en brullende motoren.

Dat wordt nog erger als de verkeerslichten op groen springen en we met een paar honderd scooters tegelijk optrekken. Daar is maar één goede beschrijving voor: Takkenherrie.


Omdat ik Herma in de drukte uit het oog dreig te verliezen, geef ik nog wat extra gas en zie ik een stoplicht over het hoofd (sorry!), maar eigenlijk niemand kijkt daar heel erg van op. Ze toeteren een keer en rijden om ons heen.

Inmiddels rijden we via een enorme fly-over de businesswijk van Jakarta in, met al zijn torenhoge kantoren en brede wegen. Hier zie je nauwelijks straatverkopers en de straten en bloemperken zijn goed onderhouden. Het verkeer is ook iets georganiseerder, dus je kan even op adem komen.

Eenmaal voorbij de zakenwijk moeten we op een enorme kruising naar rechts. Dat betekent voorsorteren en vier banen oversteken die vol zitten met auto’s en scooters. Eerlijk gezegd vind ik dat hartstikke eng, maar ik heb ontdekt dat het het beste gaat als je niet nadenkt (zo overleef ik al anderhalf jaar tenslotte), dus ik zet mijn knipperlicht aan, kijk over mijn schouder en schuif steeds een beetje verder op. Zoals ik als zei: je houdt hier het verkeer voor je in de gaten, dus het is aan hen die achter ons rijden om te zorgen dat ze niet tegen ons aanrijden. Doen ze ook niet gelukkig en ik neem redelijk triomfantelijk de enorme bocht.


Inmiddels zijn we bijna op de plaats van bestemming. We rijden de oprit op en staan voor een slagboom. Meestal trek je dan een kaartje en betaal je bij het uitrijden met je parkeerpas (die Afif voor me geregeld heeft, de schat), maar hier moet je je pas bij zowel het in- als uitrijden voor het apparaat houden. Daar had ik natuurlijk niet op gerekend, want mijn tasje zit in het vak onder onze zwaar bezweette bips. Tijd om af te stappen dus.

Kan je meteen even zien hoe ik mijn scooter tussen de tientallen andere manoeuvreer en mijn helm slim vast maak aan de zitting.

Natuurlijk mag je ook mee naar binnen bij het restaurant, een fantastische plek in Balistijl met prachtig bewerkte houten deuren en panelen, en een waterval met heel veel groen. De airco blaast ons natte haar langzaam droog terwijl we een lekkere ijskoffie drinken en een extra fles water soldaat maken om ons vocht weer aan te vullen.


Na de lunch rijden we terug. Zelfde weg, geen probleem zou je denken, maar zo werkt dat niet in Jakarta. Om de een of andere manier is dezelfde weg terug hier onmogelijk, ook als je beter kan navigeren dan ik.

Om het nog ingewikkelder te maken heeft Herma voorgesteld dat ik nu voorop mag (en ik heb haar niet verteld dat dat geen goed idee is), dus we rijden ontelbaar vaak verkeerd. Gelukkig weet Google Maps, de lieverd, altijd weer een alternatieve route, ook al is dat door een kampung met gammele huisjes, veel afval langs de straat en een penetrante geur van paardenmest. Heb je dat ook meteen gezien.

Een kwartiertje later rijden we onze garage in en parkeren we de scooter. Moe maar voldaan en behoorlijk oververhit. Gelukkig hebben we een zwembad, dus als je zin hebt: Plons er maar lekker in!




89 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page