top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverEllen

RIJSTTAFEL

Over het algemeen bemoei ik me graag met zo’n beetje alles om me heen (ik wil niet weten hoeveel mensen er op dit moment heel hard zitten te knikken), maar de laatste week in Nederland was ik zo moe dat ik het volledig aan Jan heb overgelaten om ons weekend Bali te organiseren. Ik wist natuurlijk wel dat een vakantie of een dagje weg regelen één van zijn kerntalenten is, maar dat heeft hij deze keer opnieuw dubbel en dwars bewezen: We kwamen op Bali aan bij een hotel dat zo uit een reisgids was weggelopen. Een geweldig mooi en goed onderhouden resort (is niet standaard in Indonesië!) met een parelblauw zwembad en spa, wondermooie tuinen en heerlijk ruime kamers, compleet met jacuzzi. En als kers op de taart was het gelegen vlakbij een wit strand en een turquoise zee. O, en ook nog een fantastisch restaurant met o.a. Indonesische rijsttafel en verrukkelijke cocktails. Het moet gezegd: Die lieve man van mij kan je om een boodschap sturen.


We genoten dan ook intens van onze dagen daar en pakten echt even rust. Het is momenteel regenseizoen in Indonesië, maar de zon scheen en de lucht was prachtig blauw. Wat trouwens niet alleen maar positief was: Ik flatste namelijk, in mijn haast om bij het zwembad te komen, nogal onzorgvuldig zonnebrand op de open vlaktes, waardoor ik er aan het eind van de eerste dag uitzag als een tomaat in een identiteitscrisis...


In ons weekend stond ook een kraambezoek gepland bij Kay, de directeur van De Heus Indonesië, en zijn vrouw Claudia. Zij wonen op Bali en we brachten een gezellige middag door bij hen aan de keukentafel. Leuk detail: Deze Belgische familie heeft hun eigen Manneke Pis, een allerschattigst peutertje dat het liefst naakt rondloopt en in de plantjes plast. Dat verzin je toch niet?


Op maandag nam collega Indra (geboren en getogen op Bali) ons een dagje mee op pad over ‘zijn’ eiland. Dat soort uitjes zijn toch wel de krenten uit de pap hier, want je komt op plaatsen waar toeristen niet zomaar komen en je maakt het echte leven van Indonesië mee.

Als eerste bezochten we de rijstterrassen bij Ubud, waar Bali beroemd om is. Indra’s moeder en oom waren ook meegekomen en met hen maakte ik een piepklein wandelingetje over de smalle richeltjes. Dat smal was het probleem niet zozeer, maar wel de zachte grond, waardoor je bijna geen evenwicht kon houden… Ik zag mezelf al meters naar beneden storten en het culturele erfgoed van Bali onderweg compleet verwoesten… De oom van Indra heeft een foto gemaakt, die hij later in de auto liet zien: Indra’s moeder en ik lopen achter elkaar over het randje, en doordat we zo ons best doen om in evenwicht te blijven lijken we net Timon en Pumba in een mislukte Hakuna Matatadans. Sommige foto’s plaats ik gewoon lekker niet in de fotogalerij, dat snap je.


Na de rijstvelden gingen we de bergen in (pas aan het eind van de dag kwamen we erachter dat dit gebied hartstikke rood verklaard is door het ministerie van Buitenlandse Zaken, omdat er een vulkaan is die elk moment kan uitbarsten. Oeps!).

Na een uur van prachtige uitzichten kwamen we aan bij de Besakihtempel. Dit is de oudste, grootste en hoogst gelegen tempel van Bali. Toeristen mogen hier niet naar binnen, maar als gast van Indra en zijn familie mochten wij wel mee.

We kregen een sarong aan, een verplichting om binnen te komen. Een andere voorwaarde is dat je als vrouw niet ongesteld mag zijn. Die arme Indra (de meest bescheiden persoon die je je kan voorstellen) had de dag ervoor Jan dus op moeten bellen om hem te vragen of ik niet onverhoopt in mijn periode was… wat zal hij zich ongemakkelijk gevoeld hebben!

Vanaf een afstandje keken Jan en ik toe hoe Indra en zijn familie hun offers neerzetten, baden en rijstkorrels op hun hoofd geplakt kregen. Voor ons vooral vervreemdende rituelen en ik heb daar stilletjes onze God gedankt voor Zijn liefde en nabijheid in ons leven.

Daarna reden we nog een paar honderd meter verder omhoog naar het hoogst gelegen deel van de tempel, waar Indra en zijn familie ook nog wilden bidden. Zo hoog op de berg (en in de laaghangende wolken) was het heerlijk rustig, de reden waarom Indra hier graag heen gaat. We dronken koffie bij de mevrouw die de tempel beheert en die het reuzegezellig leek te vinden om wat aanspraak te hebben. Ze woont daar namelijk alleen met haar zoon, zonder auto of scooter, dus een gezellige bende wordt het niet snel.

Indra, zijn moeder en zijn oom lieten de laatste offers achter (die onmiddellijk werden opgeslokt door de rondscharrelende kippen), baden nog een keer en daarna was het tijd voor de terugweg. Wederom een bijzondere ervaring in een prachtig land!


Maar daar ga ik het niet bij laten deze keer. Ik moet namelijk nog een stukje Indonesië met jullie delen dat er ook bij hoort: een soort worst-nightmare-toiletervaring. We zien hier veel moois, hebben prachtige ervaringen, maar niet alles is alleen maar fijn...

Dus, als je niet van vieze praatjes houdt, raad ik je aan om niet verder te lezen.

Al wil ik wedden dat iedereen gewoon verder leest want jullie zijn beslist (vergeef me de onbeschaafde maar zeer toepasselijke woordspeling) retenieuwsgierig naar wat er is gebeurd.

Nou, daar komt ‘ie dan:

We waren in een schattig shopje in de buurt van Ubud, waar ik allerlei leuke spulletjes had uitgezocht. De moeder van Indra was druk voor me aan het onderhandelen over de prijs en Jan probeerde ondertussen aan Indra uit te leggen wat de betekenis is van ‘kramp in je portemonnee’, omdat hij beweert dat hij daar in dit soort winkels altijd last van heeft. Op hetzelfde moment kreeg ik acute kramp in mijn darmen (ik sluit niet uit dat dat te maken had met die rare praatjes van mijn man, maar het kan natuurlijk ook van de rijsttafel geweest zijn). Al snel voelde ik dat ik niet heel veel tijd meer had om een WC te bereiken en vroeg aan Indra of hij aan de dame van de winkel wilde vragen of ik daar naar het toilet kon. Dat kon en ik werd naar een hokje ergens ver achter de winkel gebracht: de smerigste hurk-WC die je je kan voorstellen.

Ik had inmiddels zoveel buikpijn dat me totaal niet meer kon schelen waar ik was en flodderde zonder pauze die hele pot vol. De opluchting daarna was van korte duur, want toen ontdekte ik pas dat er in dit vieze hokje geen verdere faciliteiten waren. Er was geen WC papier en het toilet had geen mechanisme om door te spoelen. Het enige dat er stond was een bak met dubieus ogend water en een steelpan.

Ik moest nog een halve dag met mensen op pad, dus zag geen andere optie dan een paar steelpannen vol water tegen mijn zuidelijk halfrond te plenzen. Daarna heb ik met diezelfde steelpan net zolang water in de pot gegooid tot het laagje water onderin redelijk schoon was.

De rest van de dag liep ik rond met een brandende anus en een natte kont. En vroeg ik me iedere tien minuten af welke infectieziekten ik had opgelopen. Welkom in Indonesië!







125 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page