Na de nogal verontrustende start in Hanoi uit mijn vorige blog, at ik een heerlijke maaltijd in de rooftopbar van het hotel. De temperatuur was aangenaam, de lichtjes fonkelden en ik keek uit over de Old Quarter, dat zeker ’s avond bruist van levendigheid. Hoewel ik die rare gast nog niet helemaal was vergeten, zat ik toch echt enorm te genieten.
Ik had een salade besteld en een Vietnamees gerecht waarbij je een kom met bouillon en vlees krijgt en de groenten en noodles er zelf apart bij kan doen. Maar ik vind als die toevoegingen helemaal niet zo lekker , dus ik at alleen de kom leeg en liet het overgrote deel van de ingrediënten liggen. Me nooit bedenkend dat ik de serveerster hiermee een schuldcomplex zou aandoen. Die lieverd was helemaal van slag toen ze zag wat ik had gegeten en verweet zichzelf dat ze me niet genoeg uitleg had gegeven over de Vietnamese keuken. En het lukte me niet om haar ervan te overtuigen dat het echt niet haar schuld was, maar mijn eigen keuze om de soep zo te eten.
De volgende ochtend genoot ik van een lekker ontbijt en ging toen op stap in de Old Quarter. Dat is een hele levendige wijk vol oude gebouwen, gedeeltelijk nog in Franse stijl en smalle straatjes. De wegen zijn overvol met auto’s, scooters en een indrukwekkend aantal toeristen. Iedere verdere vierkante centimeter wordt bezet door kleurrijke winkeltjes, galeries en eettentjes. Als je Vietnam met al je zintuigen wilt ervaren moet je hier zijn.
Ik had me voorgenomen om als eerste naar Train Street te gaan, waar ik bij mijn vorige bezoek aan Hanoi nog niet geweest was. Train Street is een spoorbaan met aan beide zijden terrasjes, waar de trein richting Sapa een paar keer per dag doorheen rijdt. Tussen die passages door kun je over de rails wandelen en is daar een levendige handel in souvenirs.
Ik had Google Maps ingesteld en ging op pad, intens genietend van de drukte, de geuren en de kleuren om me heen en tussendoor alvast spiekend waar de leukste winkeltjes waren, voor mijn shopplannen op de terugweg. Zoals verwacht liep ik niet in één keer goed (daarover in mijn volgende blog meer), waardoor ik net wat vaker dan nodig wegen over moest steken. En dat was iedere keer weer een echte kamikazeactie. De wegen in Hanoi (en niet alleen daar) zijn propvol met verkeer, op zich wel voorzien van verkeerslichten, maar die worden in minstens de helft van de gevallen genegeerd, zeker door scooters en wandelaars. Dat betekent dat je gewoon maar moet gaan lopen in de hoop dat het passerende verkeer afremt of om je heen rijdt. En dat gebeurt gelukkig meestal.
Ik realiseerde me ineens, terwijl ik op m’n gemakje een straat met vier rijbanen overstak dat ik ook op geen enkele manier meer angst voel op dat te doen, terwijl je je in Nederland simpelweg niet kan voorstellen dat je zo’n straat als wandelaar zomaar oversteekt. Over cultuurverschil en wennen gesproken.
Eenmaal bij Train Street aangekomen zocht ik een mooi plekje op een terras waar ik goed zicht zou hebben op de trein en bestelde een lekkere ijskoffie. Ik kocht een leuke tas (ja schat, je weet wat gebeurt als ik alleen op stap ga 😊), kletste met andere toeristen en keek mensen. Veel mensen.
Een minuut of vijf voor de trein zou passeren ging er een toeter en begonnen de souvenirverkopers hun spullen van de rails te halen. Ook de voorste tafeltjes werden weggehaald van de terrasjes en we kregen allemaal de opdracht om onze benen binnenboord te houden. Nou, en dat bleek nodig. Die trein kwam zo dicht langs dat hij letterlijk je tenen eraf had kunnen rijden. Maar spectaculair was het wel. En weer vroeg ik me af hoe zoiets in Nederland zou gaan. Waarschijnlijk zou je dan achter een metershoge glasplaat staan ofzo.
In de middag had ik een kaartje voor de Water Puppet Show, waarvan ik had gehoord dat dat een must see was in Hanoi. Omdat ik geen zin had om in de ellenlange rij te gaan staan voor een koptelefoon met Engelse tekst, genoot ik vooral van het spektakel, de kleuren en de vormen, wat prima was. Van het verhaal dat zich voor me in het watertheater afspeelde (echt knap gedaan trouwens!) kon ik geen chocola maken, maar aangezien ik niemand hoorde lachen heb ik in ieder geval de clue niet gemist. Ik zag veel draken, eenden, honden en poppen en die zaten elkaar eigenlijk continue achterna, waaruit ik voor het gemak de conclusie trok dat ik waarschijnlijk naar een soort mytische uitvoering van politie-en-boefje heb zitten kijken onder begeleiding van live muziek. Het applaus voor de poppenspelers (die de hele voorstelling in het water staan) was in ieder geval zeker verdiend.
Na opnieuw een lekkere maaltijd, was het om half 9 ’s avonds tijd om uit te checken en me naar het Railway Station of Hanoi te laten brengen, waar ik op de slaaptrein naar Sapa stapte. Dit deel van mijn reis had ik laten regelen door Verrassend Vietnam en was weer geweldig voor elkaar. Ik werd als een ware VIP gast naar mijn eigen treincoupé gebracht met comfortabel tweepersoonsbed, hoe luxe!
Oké, daar had ik natuurlijk gewoon voor betaald, want ik had geen zin om de nacht door te brengen in een coupé met één of andere rare snijboon naast me, maar toch. Het voelde een beetje of ik op pad ging met de Oriënt Express, iets wat altijd al op mijn bucketlist stond (zonder de Murder in dan natuurlijk).
De eerlijkheid gebied me te zeggen dat die trip na een nacht in de trein van m’n favorietenlijstje af is. Want je bed kan nog zo luxe zijn, slapen in een trein voelt alsof je een gelatinepudding bent op een groot vierkant bord, dat wordt meegedragen tijdens een dansje door de kamer. Daarnaast waren de toiletten afschuwelijk (een zichzelf in stand houdend probleem, want probeer maar eens met je bips boven een toilet te blijven hangen in een schommelende trein en te zorgen dat de inhoud van je blaas ook echt alleen IN de pot terecht komt) al zal dat in de Oriënt Express misschien niet het geval zijn. Maar het moge duidelijk zijn: Het was niet zo comfortabel als het leek. Ik was dan ook al helemaal startklaar toen ik om half 6 wakker gemaakt werd met een kopje koffie. Op naar de volgende etappe.
Comments